Alexanderschool ABC

De gymnastieklessen worden in de gymzalen van de Platanenweg en Soetendaal gegeven. Kleuters hebben eenmaal per week gymles van de vakleerkracht gymnastiek. Groep 3 t/m 6 hebben twee gymlessen per week, één van de vakleerkracht gymnastiek en één van de eigen leerkracht. Groep 7 en 8 krijgen twee keer per week gymles van hun eigen leerkracht.

Gymnastiekkleding
Groep 1 en 2: Een sportbroekje en een shirtje. We vinden het wenselijk dat het kind gymschoenen met een goed, dus niet te glad, profiel draagt. De sportkleding mag op school worden bewaard. Gymschoenen en gymkleding moeten voorzien zijn van de naam van het kind.

Groep 3 t/m 8: Voor de jongens bestaat deze uit een sportbroekje met shirt en voor de meisjes uit een gymnastiekpakje of een combinatie broekje/shirt. Het gebruik van gymschoenen stellen we verplicht, vanwege het gevaar voor voetwratten en voetschimmel. De voorkeur gaat uit naar stevige sportschoenen met veters.

Het gymnastiekrooster is te vinden op de schoolkalender. Achtergebleven gymkleding e.d. wordt door het schoonmaakpersoneel in de ‘lerarenkamer’ van de gymzaal gelegd.

Onze gymnastieklessen worden mede door een vakleerkracht gymnastiek gegeven. Regelmatig worden stagiaires van de ALO, het CIOS en het ROC ingezet ter ondersteuning van de gymles.

Jonge kleuters hebben veel beweging nodig. Buiten spelen is daar een voorbeeld van, maar ook gym- en spellessen helpen het kind zijn mogelijkheden te ontdekken. In de kleutergroepen besteden we elke dag tijd aan bewegingsvormen. We kunnen hiervoor gebruik maken van de gymzaal, het eigen lokaal, of het schoolplein.Daarnaast is er extra zorg voor kinderen met motorische problemen.Tijdens de pauzes en het overblijven zijn er regelmatig extra materialen beschikbaar voor het buitenspelen. 

Ouders zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van hoofdluis bij hun eigen kind(eren), maar een goede bestrijding is ook in het belang van de school. 

Op de Alexanderschool controleren een aantal luizenouders per groep na elke vakantie ‘hun’ groep. Ze spreken met de leerkracht een tijdstip af en halen de kinderen twee aan twee uit het lokaal. Er wordt gekeken of er hoofdluizen en neten te zien zijn. Als er hoofdluis wordt geconstateerd bij een kind, dan neemt de leerkracht contact op met de betreffende ouder(s). Via een bericht in de Social Schools app krijgen alle ouders van de groep een bericht dat er hoofdluis is geconstateerd. Zij worden verzocht de haren en de hoofdhuid van het hele gezin te controleren. De luizenouders verwijderen de hoofdluizen of neten niet: dit is de taak van de ouders.

Er wordt bijgehouden hoeveel kinderen luizen en/of neten hebben. Dit om het probleem inzichtelijk te maken. Als er bij de eerste controle na de vakantie hoofdluizen of neten gevonden zijn bij kinderen van een bepaalde groep dan wordt twee tot drie weken daarna de hele groep opnieuw gecontroleerd. 

Uitgebreide informatie over het bestrijden van hoofdluis is te vinden op de website van het GGD.

tekst/download?

Als school kunnen we te maken krijgen met leerlingen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld
of kindermishandeling. Dat brengt altijd schrik en zorg met zich mee. Daarom maakt onze school
gebruik van de "Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling". Alle beroepskrachten op onze school wettelijk verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling.
De meldcode beschrijft wat medewerkers van de school moeten doen bij vermoedens van geweld of
mishandeling. Om dit zorgvuldig te laten gebeuren, wordt gebruik gemaakt van een stappenplan:
Stap 1: In kaart brengen van signalen (vaak door de leerkracht).
Stap 2: Overleggen met een collega (het intern zorgteam: de school-vertrouwenspersoon, de
intern begeleider en directie) en eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG).
Stap 3: Gesprek met de betrokkene (altijd samen met een lid van het management / zorgteam).
Stap 4: Wegen van de signalen van geweld of mishandeling (eventueel in overleg met GGD en
School Maatschappelijk Werk).
Stap 5: Beslissen: hulp organiseren of melden.


Uiteraard streven wij er naar dat elke stap besproken wordt met de ouder(s)/verzorger(s) van de
leerling. Bij ernstige situaties is het echter ook mogelijk om hiervan, in het belang van het kind, af
te zien.


Een verplichte meldcode is iets anders dan een meldplicht. Bij een meldplicht moet de professional
zijn vermoeden van geweld of mishandeling melden bij andere instanties. Die verplichting bestaat
niet bij een meldcode. De beslissing om vermoedens van huiselijk geweld of mishandeling wel of
niet te melden, neemt de professional. Het stappenplan van de meldcode biedt hem of haar houvast
bij die afweging.

Als we met de kinderen op stap gaan, proberen we zoveel mogelijk busvervoer te regelen. 
Een enkele keer vragen we ouders om te rijden. Daarbij gelden onderstaande regels.

Veilig rijgedrag is altijd belangrijk. Op het moment echter dat (andermans) kinderen in de auto zitten, verdient dit nog eens extra aandacht. 
Er mogen niet meer kinderen vervoerd worden dan er gordels zijn. De gordels moeten uiteraard ook worden gebruikt. Kinderen mogen niet op schoot, niet bij elkaar en niet bij een volwassene; ook niet bij een kort ritje!
Bij voorkeur zitten kinderen achterin, maar ze mogen ook op de bijrijderstoel zitten. Uiteraard altijd met een gordel om. Op de plaats waar de airbag zit, mogen geen kinderen worden vervoerd in een autostoeltje dat tegen de rijrichting moet worden geplaatst, tenzij de airbag is uitgeschakeld.
Is het kind groter dan 1,35 meter, dan moet het kind de autogordel gebruiken. Als de gordel over de hals loopt in plaats van over de schouder, gebruik dan een goedgekeurde zittingverhoger.
Voor kinderen kleiner dan 1,35 meter is een goedgekeurd autozitje verplicht (zie verder rijksoverheid.nl en veiligheid.nl).


Maak met de kinderen die bij u in de auto zitten een aantal goede afspraken:

  • stap pas in, als dat gezegd wordt.
  • val elkaar en de chauffeur niet lastig.
  • doe de gordel om en houd die om tijdens de rit.
  • blijf van de ramen en deuren af.
  • stap pas uit als dat wordt gezegd.


Stap in en uit op een veilige plaats; laat de kinderen aan de stoepkant uitstappen. Zet de auto zo neer dat de kinderen niet de straat hoeven over te steken.

BESEF DAT U HET KOSTBAARSTE BEZIT VAN ANDEREN IN UW AUTO HEBT ZITTEN
EN HIERVOOR VERANTWOORDELIJK BENT.

Als er sprake is van lichamelijk of geestelijk geweld (o.a. pesten) op school kan er contact worden opgenomen met een van de twee vertrouwenspersonen van de school: Daphne Kupers (d.kupers@skovv.nl) of Marjon Werkman (m.werkman@skovv.nl).

Indien nodig kan men contact opnemen met de vertrouwenspersoon van SKOVV (zie Klachtenregeling SKOVV).

 

Als u buiten de reguliere vakanties verlof voor uw kind wilt aanvragen, dan kan dat door ingevulde 'Formulier extra schoolverlof' (zie hieronder) bij de directie in te leveren.  Deze houdt zich bij het toekennen van verlof aan de regels zoals genoemd in 'Regels extra schoolverlof'.

Ouders kunnen hun kind 's ochtends voor schooltijd ziekmelden via Social Schools. Zodra een kind weer beter is hoeft hij/zij niet beter gemeld te worden.

Als kinderen afwezig zijn vanwege bezoek aan bijvoorbeeld een arts of een orthodontist kan dit ook gemeld worden via Social Schools.

Indien melden via Social Schools niet lukt dan kan dit voor schooltijd ook telefonisch gebeuren via het algemene nummer van de school 0318-430340.